Beweeg buiten
Enkele beweegactiviteiten buiten.
Buiten heeft het kind de ruimte om te rennen en uit te razen. Buitenlucht is gezond. Ga daarom zoveel mogelijk naar buiten, ook bij slechter weer. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die veel buiten spelen minder vaak ziek zijn! Buiten kun je veel spelletjes en bewegingsactiviteiten doen met een kind. Denk bijvoorbeeld eens aan:
· (Leren) Fietsen;
· Steppen;
· Hoepelen.
Flessenspel.
Neem allebei een lege frisdrankfles en vul deze met water. Ga tegenover elkaar staan (bepaal zelf de afstand: bij jongere kinderen maak je de afstand kleiner). Probeer met een bal de fles van de ander om te gooien. Als je fles omvalt, moet je eerst de bal weer pakken voordat je de fles rechtop mag zetten.
Wie zijn fles is het eerste leeg?
Balspelletjes.
Overgooien, badminton, bal en racket, spelen met een strandbal of ballon, voetballen.
Moeder hoe laat is het?
Ga minstens acht stappen uit elkaar staan. Jij staat met je gezicht naar het kind toe. Het kind vraagt ‘moeder hoe laat is het?’ Jij antwoordt dan met een getal (uur) te noemen tussen de 1 en de 12, bijvoorbeeld: ‘het is 5 uur’. Het kind mag dan vijf stappen naar voren gaan. Dit kan je verschillende keren spelen. Maar antwoord jij ‘BEDTIJD’ op zijn vraag dan mag je hem gaan vangen. De bedoeling is dat het kind jou kan aantikken voordat dat jij hem hebt kunnen vangen.
Variatie:
Laat het kind eens proberen om de rol van moeder te spelen.
Moeder hoe laat is het?
Het is …. uur.
Moeder hoe laat is het?
Het is BEDTIJD.
Speurtochtje.
Met stoepkrijt kun je een klein speurtochtje uitzetten. De kinderen zijn zo op een speelse wijze in volle beweging.
Spelen met klein materiaal.
Pittenzakjes, lege flessen, bierviltjes, knijpers, lege dozen.
Annemaria koekkoek.
Ga minstens acht stappen uit elkaar staan. Jij staat met je rug naar het kind toe. Je zegt de woorden ‘Annemaria koekkoek’ in verschillende tempo’s. Heel snel of juist heel langzaam. Terwijl jij de woorden zegt en naar voren kijkt mag het kind naar jou toe komen stappen. Maar als jij ‘koekkoek’ hebt gezegd, dan kijk je snel om. Zie je het kind nog bewegen dan moet hij opnieuw beginnen. Het kind moet proberen stil te staan voordat jij omkijkt. De bedoeling is dat het kind jou kan aantikken zonder dat jij hem hebt zien bewegen.
Variatie:
Laat het kind eens proberen om de rol van Annemaria koekkoek te spelen.